In de afgelopen jaren heeft het Spaans Constitutioneel Hof zich meerdere malen uitgesproken over de wetgeving met betrekking tot de plusvalía, en daarbij meer specifiek de berekening van deze belasting. Op 26 oktober 2021 heeft dit Hof wederom arrest gewezen met betrekking tot de plusvalía. Waar wordt precies belasting over geheven en wat heeft het Hof er nog meer over kunnen zeggen?

Belastinggrondslag

Bij de plusvalía wordt er belasting geheven over de waardestijging van de grond waarop uw woning gebouwd is. “Plusvalía” letterlijk vertaald betekent dan ook “meerwaarde”. Het is dus als het ware een tweede winstbelasting, maar dan alleen over de grondwaarde.

De gemeente zou verschillende maatstaven kunnen gebruiken voor het berekenen van deze waarde verhoging, maar heeft gekozen voor een objectieve berekening aan de hand van de grondwaardes van het “Catastro” op het moment van verkoop van de woning. Dit is de grondwaarde aan de hand waarvan de jaarlijkse IBI ook wordt berekend.

Van deze grondwaarde wordt een percentage genomen, vermeerderd met het aantal jaren dat u eigenaar bent geweest van deze woning, tot een maximum van 20 jaar. Welk percentage precies van toepassing is, wordt door de gemeentes vastgesteld. De wet stelt enkel maximum percentages vast. Vervolgens wordt over dit bedrag belasting geheven van maximaal 30%, wederom door de gemeente vast te stellen.

Zoals u kunt zien wordt bij deze berekening niet in acht genomen of u bij de verkoop daadwerkelijk winst heeft gemaakt ofwel dat de waarde van de grond daadwerkelijk is gestegen. Dit is precies waar de verschillende uitspraken van het Spaans Constitutioneel Hof zich over uitspreken.

Het Spaans Constitutioneel Hof

In 2019 heeft het Spaans Constitutioneel Hof al een grote stap in de goede richting gezet toen zij de wetgeving met betrekking tot deze belastingberekening gedeeltelijk nietig verklaarde. Op dat moment was zij van mening dat de wetgeving niet van toepassing mag zijn wanneer er geen winst is gemaakt of wanneer het bedrag aan te betalen belasting hoger is dan de daadwerkelijke winst.

In het nieuwe arrest gaat het Hof nog een stap verder. Het belangrijkste argument wat het Hof meerdere malen in haar arrest herhaalt, is dat een belasting alleen kan worden geheven op grond van de daadwerkelijke economische capaciteit van de belastingbetaler op het moment van verkoop van de woning. Hier mag enkel van worden afgeweken wanneer er sprake is van een objectieve, redelijke en niet arbitraire omstandigheid die toepassing van een berekening zonder in acht name van de economische capaciteit rechtvaardigt.

Het Hof heeft besloten dat een “Plusvalía” zeker wel mag worden geheven, maar niet (enkel) op grond van de berekening die nu in de wet is vastgelegd. De wetgever had een andere berekeningsvorm kunnen vastleggen, waarbij hij zich kon laten inspireren door de vele historische voorbeelden en wetenschappelijke artikelen.

Wat betekent dit voor de belastingbetaler

Op dit moment, na nietig verklaring van de wetsartikelen op grond waarvan de belasting wordt berekend, bestaat er een wettelijke kloof over de vaststelling van de belastinggrondslag. Door het ontbreken van deze grondslag kan de overheid momenteel de belasting niet berekenen, verifiëren, innen of nagaan, waardoor deze ook niet kan worden opgeëist. De wetgever moet de wet wijzigen of aanpassen naar de maatstaven van de grondwet.

Betekent dit dan ook dat eerder betaalde belastingen teruggevraagd kunnen worden? Nee, helaas niet. De nietigheidsverklaring heeft geen terugwerkende kracht. De enige belastingen waarop dit arrest van toepassing zijn, zijn de toekomstige belastingen en de belastingen waar al een bezwaar- of beroepsprocedure tegen loopt bij de gemeente of de rechter. Belastingen die hier niet onder vallen zijn:

  • Belastingen die zijn betaald of gevorderd en waartegen geen beroep of bezwaarschriftprocedure loopt op het moment van de uitspraak;
  • Belastingen die door de belastingbetaler zijn aangegeven bij de gemeente door middel van een “autoliquidación” en waartegen geen bezwaar is gemaakt.

Dit artikel is verzorgd door:

Selena Escandell Beutick

Lex Foris International Law